Het ACV
klaagt vandaag in de kranten aan dat er te weinig controleurs zijn om
na te gaan of bedrijven wel voldoende preventiemaatregelen nemen in de
strijd tegen burn-outs. Dit is een jaarlijks terugkerende oproep van de vakbond
en de werkgevers gaan daar een eind in mee. Maar om nu ook al burn-outs als
argument in te roepen gaat om meer dan één reden te ver.
Het preventiebeleid inzake psychosociale
aspecten (incl. stress, burnout, pesten, enz.) is in de eerste plaats een zaak
van werkgever en werknemers zoals ook bevestigd door de sociale partners. Ze hebben ze er in een gezamenlijk advies voor gepleit om de voorrang te geven aan
collectief overleg op ondernemingsniveau. We nemen aan dat ACV met zijn oproep niet bedoelt dat een Comité preventie en/of vakbondsafgevaardigden weinig
nut hebben. In datzelfde advies wordt er ook op gewezen dat een individu dat een probleem van psychosociale
belasting heeft hiervoor in eerste instantie de algemene wijzen om problemen op
te lossen in een onderneming dient te gebruiken.
De werknemers hebben daarnaast ook meer dan
voldoende wettelijke instrumenten in handen om problemen aan te kaarten en naar
oplossingen te zoeken.
Het is dan ook eigenaardig om nu de Inspectie
‘toezicht welzijn op het werk’ als de grote hefboom te beschouwen. De
problematiek overstijgt trouwens het
domein van welzijn op het werk en kadert ook in het HR-beleid van de onderneming én in de (loopbaan)keuzes die de werknemer al dan niet maakt.
Noteer wel dat
ook de werkgevers vragende partij zijn voor voldoende bemande en kwalitatief
sterke inspectiediensten in het kader van het realiseren van een ‘level playing
field’ voor alle ondernemingen. Efficiënte inspectie bestaat trouwens niet
alleen uit het één op één inspecteren van ondernemingen. Datamining voor
gerichte controles, een ‘one to many’ aanpak op sectorniveau, preventiecampagnes,
optreden naar aanleiding van ongevallen of klachten, inspectiediensten zetten
een gamma van instrumenten in om hun doel te bereiken. Het aantal inspecteurs
tellen en afzetten tegen het aantal ondernemingen is dus een beetje
kortzichtig.
Er moet tenslotte ook benadrukt worden dat wat
burn-out betreft er geen enkele garantie is dat preventiemaatregelen ook daadwerkelijk
helpen in elke situatie. We weten dat de maatregelen een positieve bijdrage zullen leveren maar
omwille van de complexiteit en het feit dat ook persoonlijke factoren
(persoonskenmerken, aspiraties,…) spelen, kan niet gegarandeerd worden dat elk probleem
voorkomen wordt.
"Psychosociale klachten en burn-out voorkomen is in eerste instantie een zaak van werkgever en werknemer(s). Daarom zitten we ook rond de tafel in de Nationale Arbeidsraad."
De boodschap die ik uitstuur naar bedrijven is om als
uitgangspunt te vertrekken van ‘Hoe creëer je een organisatie waarin werknemers
het beste van zichzelf kunnen en willen geven?’ Bevlogen werknemers, mensen die
met goesting en trots werken, daar ligt de win-win voor het bedrijf en de
betrokkenen. Dat betekent dat ik vraag om te focussen op alle aspecten van de
job en de werknemer, nu en later, en om in te zetten op het ontwikkelen van werknemers
via competentiemanagement, talentmanagement en loopbaanbegeleiding.
Conclusie: ja, werkgevers en werknemers zijn
gebaat bij adequate inspectie maar dat u met uw jaarlijkse oproep als
ACV hier nu ook al de oorzaak van burn-outs in ziet is meer dan een brug te
ver.