(Te) warm op het werk
Vanaf wanneer maatregelen nemen?
Als
het te warm wordt op het werk, hebben werknemers recht op een aantal
beschermende maatregelen. De regels over het werk bij hoge
omgevingstemperaturen zijn vastgelegd door het koninklijk besluit van 4 juni
2012 betreffende de thermische omgevingsfactoren. Dit besluit legt geen
absolute grens op. Ook als het heel erg warm is, kan en moet er gewoon gewerkt
worden. Maar de wetgeving voorziet wel zogenaamde actiewaarden. Als die
overschreden worden, moet je als werkgever een aantal maatregelen nemen.
De
actiewaarden voor blootstelling aan warmte zijn vastgesteld uitgaande van de
WBGT-index in functie van de fysieke werkbelasting:
Fysieke werkbelasting
|
Maximale WBGT-index
|
Licht
of zeer licht
|
29
|
Halfzwaar
|
26
|
Zwaar
|
22
|
Zeer
zwaar
|
18
|
De
temperatuur moet gemeten worden met een zogenaamde “vochtige globethermometer”.
Deze thermometer houdt ook rekening met de luchtvochtigheid en met de
stralingstemperatuur van voorwerpen in de omgeving. Het is waarschijnlijk dat
het resultaat lager uitvalt dan de temperatuur die met een gewone thermometer
vastgesteld wordt.
Welke maatregelen?
Als
de maximumtemperatuur overschreden wordt, moet je als werkgever:
- beschermingsmiddelen (zonnescherm, hoofddeksel, …) ter beschikking stellen van werknemers die aan rechtstreekse zonnestraling worden blootgesteld
- gratis aangepaste verfrissende dranken verstrekken
- binnen de 48 uur een verluchtingssysteem in de werklokalen installeren (let wel: dit is geen verplichting om een airco te installeren, wel verluchting).
Duurt
de hinder voort, wat onder meer kan blijken uit een rondvraag bij de
werknemers, dan moet de werkgever rusttijden toestaan (zie verder). Hij of zij
kan bovendien autonoom beslissen om tijdelijke werkloosheid in te voeren.
Hoe
de temperatuur meten?
Om koude
temperaturen te meten volstaat een gewone thermometer. Voor warme temperaturen
volstaat dat niet. Een bepaalde warme temperatuur kan bij zeer vochtig weer
ondraaglijk zijn, terwijl die bij droog weer geen probleem geeft. U moet dus
rekening houden met de vochtigheid, maar in sommige gevallen ook met de
windsnelheid en de rechtstreekse straling die de werknemers ondervinden door de
zon of door een machine.
Dat
wordt niet gemeten met een gewone thermometer, maar met een zogenaamde
‘vochtige globethermometer’. Die meetmethode heeft een geleerde naam: WBGT (wet
bulb globe temperature). Dat is een wetenschappelijk verantwoorde methode, maar
niet erg praktisch in een onderneming. Zij hebben zo’n toestel meestal niet in
huis. Je kan de temperatuur echter ook vrij nauwkeurig bepalen zonder speciale
thermometer door een omrekeningstabel te gebruiken.
Met
deze tabellen kunt u de omrekening doen door een gewone thermometer in
combinatie met een vochtigheidsmeter te gebruiken:
Voor
de meeste situaties kunt u zo al heel erg in de buurt komen van het resultaat
met de officiële methode. Als er ook stralingswarmte is, dan is dat een
bijkomende belastende factor.
Wanneer
de vochtigheid van de lucht extreem hoog is, laten we zeggen 95 %, dan komt de
WBGT temperatuur ongeveer overeen met wat de gewone thermometer aangeeft. Dat
is anders bij lagere vochtigheid.
Voorbeelden
Zo
komt 30° Celsius met een gewone thermometer overeen met:
- 22,7 WBGT bij 35 % vochtigheid
- 25,4 WBGT bij 55 % vochtigheid
- 28,2 WBGT bij 80 % vochtigheid
Zo
komt 35° Celsius met een gewone thermometer overeen met:
- 26,8 WBGT bij 35 % vochtigheid
- 29,8 WBGT bij 55 % vochtigheid
- 32,9 WBGT bij 80 % vochtigheid
In
de berekeningstabellen kunt u alle mogelijke combinaties aflezen.
Hoeveel
bedraagt de werkbelasting?
De
arbeidsgeneesheer stelt vast hoeveel fysieke inspanning een bepaald soort werk
vraagt. Als aanduiding hoe groot de fysieke belasting is gedurende 8 uur werk
kunnen deze voorbeelden helpen:
- Licht of zeer licht: secretariaatswerk, het besturen van een wagen, handenarbeid aan een tafel…
- Halfzwaar: staande arbeid, timmerwerk of een traktor besturen, …
- Zwaar: spitten, zagen met de hand, schaven, kruiwagens duwen en trekken, …
- Zeer zwaar: zwaar spitten en graven, beklimmen van ladders en trappen, …
Hoeveel
rust inbouwen?
Als
de WBGT grenswaarden zijn overschreden, dan moeten er rusttijden worden
ingevoerd. Die kunt u bepalen op basis van de normen NBN EN ISO 7243, NBN EN
ISO 7933 of NBN EN ISO 9886 of op voorstel van de arbeidsgeneesheer. Indien er
niets op voorhand is afgesproken, dan past u onderstaande tabel toe:
Afwisseling
in het werk
|
WBGT-waarden
|
|||
Licht
werk
|
Halfzwaar
werk
|
Zwaar
werk
|
Zeer
zwaar werk
|
|
45
min werk – 15 min rust
|
29,5
|
27
|
23
|
19
|
30
min werk – 30 min rust
|
30
|
28
|
24,5
|
21
|
Als bij licht werk de WBGT-waarde gelijk of hoger is dan
29,5, dan moet er per uur 15 minuten gerust worden. Indien de WBGT-waarde
gelijk of hoger is dan 30, dan moet er 30 minuten gerust worden per uur. Rusten
doet men best in een ruimte waar de temperatuur lager is.
Bijvoorbeeld als op
een zomerdag de relatieve vochtigheid ongeveer 60 % is en de verwachte
maximumtemperatuur tot 30 °C kan oplopen, heeft u een WBGT van 26 en moet u
alleen voor zwaar of zeer zwaar werk rustpauzes invoeren.
U kan daar een
variante op maken, maar die mag niet minder bescherming bieden.
Gezond verstand!
Maar voor alles: gezond verstand gebruiken. Werkende mensen
zijn doorgaans geen topatleten die in grote hitte een marathon kunnen lopen.
U moet daarnaast ook denken aan andere maatregelen: trager werkritme,
aangepaste kledij (zonder de veiligheid in het gedrang te brengen!). En niet te
vergeten: drinken!!
Hot summer, the world is burning up
Hot summer, the world is burning out
"Hot Summer", Channel Zero
"Hot Summer", Channel Zero