maandag 10 februari 2014

Eindelijk wintersport!


Medelijden had ik met al die winterolympiërs, en dan vooral de bekendere exemplaren onder hen, die in elk interview gevraagd werden hun mening te spuien over die vreselijke homo hatende russen, de arrogante macho Poetin en de geldverslindende Sotsji machine. Daar heb je dan jaren voor getraind, afgezien bij de beesten, jezelf alles ontzegd waar u en ik met volle teugen (dat mag u letterlijk nemen) van genieten. En plots wordt er geen afdaling, rondje of run van je verwacht maar een statement. Je focus lag op die piste, die baan, die slope… waar ter wereld ook. Het ging je om een prestatie neerzetten, geen presentatie! Daarom ben ik nu zo blij. We zijn nu eindelijk in dat vermaledijde Sotsji, ook al mag het dan allemaal (te) veel geld gekost hebben. Nu tellen enkel nog vreugde en tragiek, concentratie en ontlading, roem, ondergang… mogelijk zelfs afgang. De verwachte namen brengen hun fans in opperste verrukking en nog zoveel mooier: onbekende atleten stijgen boven zichzelf uit en schrijven mee een nieuwe bladzijde in de Olympische geschiedenis. De focus ligt eindelijk op de sport, op die 45 mm (liggend schieten biatlon), op die steen van 19,1 kg (curling), een puck van 1 inch dik, de helling van 46°, op die milliseconde die het verschil kan maken…

Ik ben al heel lang fan van de winterspelen, sinds 1980 meer bepaald. Lake Placid kluisterde me urenlang voor het scherm. Het is toen dat ik fan werd van rondetijden. Eric Heiden weet je nog wel die met 5 gouden plakken de Nederlanders en de Noren naar huis schaatste. Ook het skiën is me bijgebleven met de ongenaakbare, flegmatieke Zweed Ingemar Stenmark en de Oostenrijkse super vedette op de afdaling Annemarie Moser-Pröll. Maar de echte opzienbarende prestaties kwamen op naam van sporters uit Liechtenstein, dat sinds dan te boek staat als het kleinste landje met een olympische kampioen. Liechtenstein (!!!) pakte er zelfs 4 medailles. Was getekend de skifamilie Wenzel. 3 plakken voor Hanni (2 gouden, 1 zilveren) en ook haar broer nam een zilveren exemplaar mee naar huis. Voeg daar nog het ijshockey aan toe met een true American story, studenten die de legerprofs van de Sovjet-Unie kloppen in de halve finale om daarna goud te halen, en je hebt een cocktail die verslavend werkt. Dit maar om u te zeggen dat het me iets doet die ‘winter olympics’.


Die explosieve cocktail wordt ook nu weer geserveerd. Alle kranen open en we laven er ons weer gulzig aan. Een triple hattrick tot dusver voor de Nederlanders. Rondjes 29 en nog veel meer rondjes in het Oranjehuis. Ik gun het ze, ben openlijk fan. Maar ik hoop natuurlijk ook op een swingende Bart voor een Belgische schaatsmedaille. Tussen haakjes: zelf kwam ik op Thialf in Heerenveen en voor het eerst op noren tot een sprintrondje 52 ;-)



De jonge garde doet het en de oude garde nog beter. Goud voor Yulia Lipnitskaya (15) in het kunstschaatsen. Goud voor Ole Einar Bjørndalen (40, Biatlon) die op 12 olympische medailles komt waarvan 7 gouden. Brons en zesde olympische medaille voor Armin Zoeggeler (40) in het rodelen. Halsbrekende acrobatie bij het snowboarden, een ijzi(n)gwekkende afdaling in het skiën, krabbende rodelaars die even later aan 140 km/u op een sleetje door de bochten vliegen, sierlijke zweefvluchten bij het schansspringen, body check m/v, Salchow, Flip, Lutz, Axel, ik lust ze allemaal. En Skeleton? Dat heb ik wel eens gedaan in een of ander aquapark, maar hier, petje af, blij dat ik in een zetel zit en niet op dat ding hoef te liggen. Enkel het shorttrack schaatsen kan me minder bekoren. Iets te kort door de bocht allemaal. Dan kijk ik liever uit naar onze bullets Elfje Willemsen en Hanna Mariën. Al pas ik wel voor een bodycheck.




Ik geniet!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten